VTO VCA

Persoonlijke beschermingsmiddelen 5

Er zijn drie uitvoeringsvarianten: 1. wegwerpmaskers, 2. halfgelaatsmaskers, 3. volgelaatsmaskers.

Wegwerpmaskers mogen alleen gebruikt worden bij ongevaarlijke stoffen en niet bij gassen of dampen. Dit geldt ook voor half- en volgelaatsmaskers met een stoffilter (inlegmechanisme). Half- en volgelaatsmaskers met filters die tegen gassen en dampen beschermen, zijn voorzien van een schroefaansluiting met een speciale afdichting. Bij gebruik van deze typen maskers mag de gebruiker geen gezichtsbeharing hebben omdat het masker dan niet goed aansluit op het gezicht en gaat lekken. Onafhankelijke ademhalingsbescherming Bij onafhankelijke ademhalingsbescherming wordt schone lucht in het masker geblazen. Deze lucht is afkomstig van een externe bron, bijvoorbeeld uit flessen, een ademluchtleiding of een ademluchtunit 1 . < als er minder dan 19% zuurstof in de lucht zit, < bij grote en onbekende concentraties van gevaarlijke stoffen in de lucht. Bij ademluchtmaskers (verse luchtkappen) wordt verse lucht via een slang aangevoerd. Deze lucht kan afkomstig zijn van een compressor die is aangesloten op ademluchtleidingen of via leidingen op een ventilator. De uitgeademde lucht wordt onderaan de kap aan de voorzijde afgevoerd. Onafhankelijke ademhalingsbescherming moet worden gebruikt:

1 Een ademluchtunit is een eenheid die op een voertuig geplaatst kan worden die meerdere ademluchtcilinders bevat.

43

Made with FlippingBook Learn more on our blog