VTO VCA

Gevaarlijke stoffen 8

4. Persoonlijke beschermingsmiddelen

< als met bovenstaande maatregelen de bescherming nog onvoldoende is, kunnen PBM’s worden ingezet.

5. Een persoonlijke monitor

< dit is een meetapparaat 1 dat medewerkers bij zich dragen. De monitor geeft een waarschuwing als er bijvoorbeeld koolmonoxide (CO) aanwezig is. Een persoonlijke monitor moet op borsthoogte boven op de kleding worden gedragen (dus niet bedekt) en moet voor het gebruik worden getest. De drager moet weten welke acties hij moet ondernemen bij een alarm.

8.3 Opname van gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen kunnen op de volgende manieren worden opgenomen in het lichaam:

< via de mond (bv. door te eten en te drinken met vuile handen), < via de ademhalings

organen (door het inademen van een stof, gas, nevel of damp), < via de huid (bv. door aanraking van oplosmiddelen), < door directe opname in de bloedbaan (bv. via een open wond).

1 De monitor neemt ook de hoeveelheid van aanwezige gassen op en geeft een laag- of een hoog alarm bij het bereiken van de vooraf ingestelde waarden.

95