VTO VCA

Hoofdstuk 8 8

Gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen vormen een gevaar voor de gezondheid en/of de omgeving. Ze zijn ingedeeld in gevarencategorieën:

Pictogram Gevaren

Explosieve of ontplofbare stoffen kunnen gemakkelijk exploderen als ze in contact komen met een vlam of vonk. Dat kan bij sommige explosieve stoffen ook gebeuren zonder inwerking van zuurstof uit de lucht of bij een bepaalde temperatuur. Explosieve stoffen kunnen ook heel gevoelig zijn voor schokken of wrijving. Voorbeelden zijn: munitie,TNT en buskruit. Oxiderende of brandbevorderende stoffen geven bij verwarming zuurstof af en reageren daardoor heftig met andere (brandbare) stoffen. Voorbeelden zijn: zuurstofwater (waterstofperoxide), ozon en zuurstof. Zeer lichte en licht ontvlambare stoffen vliegen zeer makkelijk in brand, zelfs bij een normale omgevingstemperatuur (21 ºC). Voorbeelden zijn: benzine, aceton en terpentine. Zeer giftige en giftige stoffen kunnen bij inademen, inslikken of opname via de huid directe of blijvende schadelijke effecten hebben op de gezondheid, soms zelfs met dodelijke afloop. Voorbeelden zijn: koolstofmonoxide (CO), H 2 S (zwavelwaterstof), methanol en benzeen. Schadelijke stoffen kunnen bij inademen, inslikken of opname via de huid beperkte, maar vervelende verschijnselen opleveren. Voorbeelden zijn: verf, lak en houtbeschermingsmiddelen.

Irriterende stoffen kunnen ontstekingen veroorzaken bij contact met de huid, de ogen, de longen en slijmvliezen. Voorbeelden zijn: verdunde of zwakke zuren en basen, veel solvents (oplosmiddelen) polyesters.

Bijtende of corrosieve stoffen tasten de huid, de ogen, de longen en de slijmvliezen aan bij contact. Voorbeelden zijn zuren en basen.

90