VTO VCA

en omstandigheden 7

Specifieke werkzaamheden

< bedolven worden door het instorten van een sleuf, < wateroverlast door instromend water, < geraakt worden door de graafmachine.

De volgende veiligheidsmaatregelen zijn nodig:

< graaf alleen wanneer bekend is waar kabels en leidingen liggen, < graaf alleen op aanwijzing van een leidinggevende, de aannemer of de netbeheerder, < graaf proefsleuven (bij voorkeur handmatig) binnen 1,5 meter van de opgegeven ligging van bestaande kabels en leidingen, < meld eventuele afwijkende ligging of schade aan uw leidinggevende, < gebruik alleen graafbakken met een niet-getande rand (deze blijven niet zo gemakkelijk achter kabels haken).

Uitgravingen Bij uitgravingen wordt grond weggehaald. Hierdoor ontstaat een helling die “talud” wordt genoemd.

Om instorten van het talud te voorkomen, zijn deze veiligheids maatregelen noodzakelijk:

< zorg voor goede taludvoorzieningen, zoals stutten, < pas de helling van het talud aan (aan de diepte van de uitgraving en de soort ondergrond), < sla de uitgegraven aarde op veilige afstand van het talud op,

75